Het kan voorkomen dat u als verhuurder van een bedrijfspand of kantoorpand de huurder eruit wilt zetten, maar kunt u zomaar overgaan tot ontruiming? In de huurovereenkomst en de algemene bepalingen zijn hier een aantal artikelen voor opgenomen, maar hoe werkt het in de praktijk?
Ontruimen van een bedrijfspand of kantoorpand
Bij het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst voor bedrijfspanden en kantoorpanden krijgen de huurder en verhuurder allerlei verplichtingen. Als één van de partijen haar verplichtingen niet nakomt kan deze door de benadeelde partij aansprakelijk gesteld worden.
Zo moet de verhuurder er bijvoorbeeld voor zorgen dat het pand ter beschikking wordt gesteld aan de huurder. De huurder moet (tijdig) huur betalen voor het gebruik van het pand, mag niet onderverhuren zonder toestemming en geen illegale of andere activiteiten uitvoeren die uitdrukkelijk in de huurovereenkomst zijn verboden.
Als de huurder van het pand zich niet houdt aan de verplichtingen uit de huurovereenkomst, mag de verhuurder de huurder uit het pand zetten. Zo’n ontruiming houdt in dat het pand wordt leeggemaakt en dat de huurder geen toegang meer heeft.
In alle gevallen moet de verhuurder eerst langs de rechter en een deurwaarder inschakelen. Het is namelijk niet toegestaan om als verhuurder zelf het pand van uw huurder te ontruimen.
De meest voorkomende reden voor ontruiming van een bedrijfspand; structurele huurachterstand
De meest voorkomende reden waarom huurders uit hun bedrijfspand worden gezet is een ernstige en structurele huurachterstand. Er geldt hier geen vaste regel voor, maar over het algemeen levert een huurachterstand van drie maanden een geldige reden voor ontruiming op.
Om een verzoek tot ontruiming in te dienen bij de rechter is het belangrijk dat de huurovereenkomst is opgezegd. De opzegging van een huurovereenkomst voor bedrijfspanden is geregeld in artikel 7:296 van het wetboek.
Toestemming geven om het pand te ontruimen is een ingrijpende maatregel, waardoor de rechter bij deze beoordeling alle betrokken belangen van beide partijen zal meewegen. Het verzoek tot ontruiming kan in een kortgedingprocedure aangevraagd worden. In dat geval kunt u als verhuurder snel overgaan tot ontruiming. Die procedure kunt u dan alvast uitvoeren vooruitlopend op de bodemprocedure. In de bodemprocedure wordt namelijk de ontbinding van de huurovereenkomst beoordeeld.
Hoe ontruimt u een bedrijfspand of kantoorpand?
Als u toestemming heeft van de rechter om over te gaan tot ontruiming moet u een deurwaarder inschakelen. U mag namelijk als verhuurder niet zelf de huurder uit het pand zetten. Als de verhuurder toch zelf de huurder eruit zet handelt hij meestal onrechtmatig waardoor de huurder een schadevergoeding kan eisen.
De deurwaarder zal er eerst voor zorgen dat het vonnis, de uitspraak van de rechter, wordt betekend aan de huurder. Hierdoor krijgt de huurder een laatste kans om zelf te vertrekken. De kosten voor de ontruiming komen namelijk voor rekening van de huurder en ook de eventuele huurachterstand.
Heeft u nog vragen over de ontruiming van een bedrijfspand of kantoorpand?
Schakel dan altijd een specialist in die weet hoe het precies in zijn werk gaat en u hierbij kan begeleiden. Als u namelijk fouten maakt in het traject kan dat nadelige gevolgen hebben bij de uitspraak van de rechter.